Verhaal van Robin Bakker

T.z.t  

Robin Bakker (53) is aardrijkskunde docent op een middelbare school in Breukelen. Al 26 jaar geeft hij les aan kinderen tussen 12 en 18 jaar op havo/vwo niveau. Nog altijd met heel veel plezier.  

Ik heb de eerste twintig jaar van m’n carrière eigenlijk nooit nagedacht over pensioen. Ik kreeg keurig die overzichtjes van wat voor pensioen ik had opgebouwd en dan dacht ik ‘Ja, hoe realistisch is het nu dat als ik nu nog twintig jaar doorwerk dat dat het ongeveer gaat zijn?’. Hoe ik het heb geregeld, daar had ik dan ook nooit over nagedacht want daar heb ik toch heel weinig invloed op. Heel eerlijk gezegd, de eerste twintig jaar heb ik die overzichten ongeopend in de prullenbak gegooid. Dat interesseerde me echt helemaal niks.  

Twee jaar geleden kreeg ik een nieuwe collega. Die verving een collega waar ik veertien jaar mee heb samengewerkt. Die collega was 24 jaar oud toen ze bij ons op school kwam en heeft bij ons gewerkt tot ze 38 was, toen is ze naar een andere school gegaan en aan de andere kant van het land gaan wonen. Met haar klikte ik heel goed, dus ik dacht, als ik een nieuwe collega krijg waar ik ook veertien jaar mee moet samenwerken dan kan ik daar precies tot aan mijn pensioen mee samenwerken. Toevallig was mijn nieuwe collega ook 24. Het was meer een mathematische toevalligheid dan dat ik me er heel bewust van was. Maar ik vond het wel grappig om er op die manier op door te denken. Ik denk dat dat wel een soort moment is geweest dat ik dacht: ‘Hee nu komt er een einde’. Dat klinkt heel zwaar, maar nu komt er een overgangsmoment in zicht. 

Ik wil m’n leven graag kunnen leiden zoals ik dat nu leid. Ik heb een heel fijn leven! Het is alleen een beetje duur, haha. Maar ja, dat krijg je met twee studerende kinderen. En een onzekere gasrekening. Als ik een pensioen heb dat mij garandeert of in staat stelt om te leven zoals ik dat nu ervaar… Dat is wel een soort geruststelling, maar weten doe je het niet. Want dat pensioen krijg ik nu in een overzicht, maar we zitten nu in een periode met tien procent inflatie per jaar, dus het is allemaal heel erg onzeker. Dan kan je je er wel heel erg druk over maken, maar dat heeft helemaal geen zin. Je kunt er niks aan doen. Klinkt een beetje fatalistisch, maar ik ervaar het eigenlijk wel zo.  

Ik heb het gevoel dat het wel goed zit, het is een geruststellende gedachte dat ik bij het ABP zit en dat het ABP geen gekke dingen doet. Maar ondanks dat het een enorm bedrijf is met heel veel werknemers en ongelofelijk veel geld, kan ook ABP de wereldeconomie niet beïnvloeden. De zekerheid die ik misschien prettig zou vinden, die is er niet. Ik zorg er nu voor dat ik niet helemaal zonder appeltje voor de dorst door het leven ga. Er moet wel wat spaargeld zijn. Dat is het belangrijkste. Dat er in ieder geval een soort buffertje is. En dat hoeft niet eens heel groot te zijn. Maar in elk geval dat je gedurende een langere tijd je inkomen met een paar honderd euro per maand kan aanvullen. Dat heb ik gewoon zelf uitgezocht. Het lullige is… de rente gaat nu iets omhoog maar is heel lang nul geweest. Dus in waarde is je spaargeld wel wat afgenomen. Het is niet heel veel en ook niet heel belangrijk maar het helpt gewoon wel om wat meer zekerheid te creëren. Ik denk zelfs dat het meer voor het gevoel is dan dat het daadwerkelijk nodig is. Maar het geeft mij meer gevoel van veiligheid.  

Of ik er verder mee bezig ben? Ik ben me er bewust van dat het er over veertien jaar aan komt, verder ben ik er niet echt mee bezig. Het is niet alsof ik mijn carrière aan het afbouwen ben. Áls het met iemand een onderwerp van gesprek is, is dat tussen mij en m’n oudere collega’s. Dan zie je de rekensommen op tafel komen, hoeveel dagen in de week kunnen ze werken, velen willen minder uur per week werken, kunnen ze dat financieel lijden en wat zijn de implicaties voor het pensioen. Vanaf die leeftijd, zestig plus, dan zie je dat er wel serieus over nagedacht wordt. Maar dat geldt voor mij niet. Dat komt t.z.t. wel.   

Deel deze pagina