Verhaal van Mijntje Lückerath-Rovers

Ik krijg haast, maar het is onrust die energie geeft 

Ik ben nu 53 en denk dat mijn pensioen nog 20 jaar in de toekomst ligt. Dat is ver weg. En toch merk dat ik haast krijg. Meer urgentie om die dingen te doen die ik nog wil doen. En er is nog zoveel te doen. Reizen bijvoorbeeld. Met mijn drie kinderen en man. Dat is kostbaar en te mooi om uit te stellen. Dat voel ik wel sterk. Dat is onrust die energie geeft.

Maar als ik aan mijn pensioen denk krijg ik ook een gevoel van spijt. Of misschien een soort weemoed. Als je met pensioen bent, ben je oud. Heb je niet meer de tijd om alles wat je wilt te doen. Er zijn dan steeds meer dingen die je niet hebt gedaan en die je niet meer kunt doen. Dat vind ik jammer.

Natuurlijk, ik ben hoogleraar Corporate Governance (goed ondernemingsbestuur), ik geef les en ik doe onderzoek op dat gebied. En ja, ik ben commissaris bij onder andere het Erasmus Medisch Centrum. Werk brengt me mooie dingen. Zo heb ik kort geleden een halve dag meegelopen op de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis. Als toezichthouder moet je wel toch ook weten waar je toezicht op houdt. Maar het is ook een geweldige ervaring. Ik leer daarvan.

Die drang om me te blijven ontwikkelen is sterk. Ik ben zelf opnieuw gaan studeren, op mijn 50ste. Deze keer psychologie aan de Open Universiteit. Na de algemene bachelor, heb ik gekozen voor de Mater Arbeid & Organisatie. Dat staat toch het dichtst bij mijn eigen vak. Omdat ik als econoom opereer in de boardroom, kan ik die inzichten direct weer gebruiken. Ik zou dat doorleren, een tweede carrière, iedereen gunnen. Het is zo belangrijk je te blijven ontwikkelen.

Voor de bachelor kreeg ik maar voor twee vakken vrijstelling. De verplichte stage in de Master was voor mij de onderzoeksvariant en heb ik zojuist afgerond. Al zou ik misschien ook later nog wel de klinische master met een klinische stage willen doen. Ook dat lijkt me heel mooi. Mijn stagebegeleider, een hoogleraar aan de VU viel eerst lachend van zijn stoel toen ik vroeg of ik bij hem “stage” mocht lopen. Maar uiteindelijk was het erg leuk én is er een mooi artikel uit voortgekomen. Nu ben ik bijna klaar, na drie jaar. Ik zou ook best willen promoveren in de psychologie. Dat is misschien iets voor als ik met pensioen ben. Dat kan ik me goed voorstellen. Maar ik zou ook nog wel rechten willen studeren. Ook dat heeft me altijd gefascineerd. En tegelijkertijd zit daar dan dus ook een zweem van spijt bij. Want ik weet ook dat ik niet meer allebei kan. Dezelfde dubbelheid kan ik hebben als ik denk over de mooie dingen die ik deed en doe. Soms is er een hint van jaloezie naar mensen die heel veel in rust kunnen ervaren en die drang om steeds weer iets nieuws te doen niet hebben.

Pensioen staat voor mij ook voor inkomenszekerheid, een vorm van onafhankelijkheid. Ik heb een fijn en stabiel huwelijk en ik verwacht echt niet dat ik alleen kom te staan. Maar dat het er is, is belangrijk. En hoewel ik voor vrije keuze ben, vind ik dat het goed is dat pensioen een verplicht karakter heeft. Wij mensen kiezen nu eenmaal voor de korte termijn. Als je oud bent en geen inkomen hebt – omdat altijd alles in het hier en nu belangrijker was – dan heb je misschien toch gepiekt op het verkeerde moment.

Financiële onafhankelijkheid is voor vrouwen verder weg en daarom nog belangrijker. Ik hoorde laatst een mooi verhaal. Een hoogopgeleid stel kreeg hun eerste kind. Maakten beide carriere. Ze hebben lang gedacht en gepraat hoe werk en zorg te verdelen. En kwamen tot een weloverwogen besluit. Zij zou de zorg op zich nemen. En zij heeft berekend hoeveel hij haar daarvoor zou moeten betalen. Een soort salaris binnen het huwelijk, zodat ook zij haar eigen inkomen blijft houden, dat zou eigenlijk veel meer moeten als je dit soort keuzes samen maakt. Het maakt de keuzes zichtbaar. En de wederzijdse afhankelijkheid.

Ik heb altijd gewerkt en best hard ook. Nog steeds natuurlijk. Ik zou mijzelf niet zijn zonder dat aspect in mijn leven. Het is belangrijk voor me. Maar als vrouw is dat soms toch ingewikkeld. De gemiste telefoontjes van de crèche, terwijl mijn man die veel dichterbij werkt, niet wordt gebeld. Die vanzelfsprekendheid keert zich tegen vrouwen. Tegelijkertijd vond ik het ook ergens wel leuk. Als vrouw succes hebben in de mannenomgeving die economie toch is. Succes heeft iets verslavends. Al gaat er natuurlijk minstens zo vaak iets mis. Succes stimuleert. En toch, mijn ambitie is meer gericht op zelfontplooiing. Maar het verandert ook een beetje. Het mooiste compliment dat ik tegenwoordig kan krijgen is als mensen zeggen dat ik ze op een of andere manier heb geïnspireerd. Dat kan misschien ook pas als je wat ouder bent en een compleet beeld hebt?

Ik ga ervan uit dat ik nog zo’n 15 jaar écht werk. En ook daarna geloof ik niet dat ik echt stop. Misschien wel andere keuzes maak, opnieuw studeren. Wat ik wel voor me kan zien is een praktijk aan huis waarin ik economie, corporate governance en psychologie combineer. Als een soort board-fluisteraar.

Deel deze pagina