Verhaal van Raymond Puts

Werk moet beloond worden. Het pensioen is daarbij belangrijk

Grappig. Pensioen wordt steeds relevanter. Nu ik bijna 55 ben. Altijd gedacht, dat zit wel goed. Nooit het gevoel gehad dat ik daar aandacht aan moest besteden. Dat is misschien ook wel de achilleshiel van het pensioen in Nederland. De vanzelfsprekendheid. Toch, nu ik in het laatste kwart van mijn carrière zit, wordt het belangrijker. Sowieso maak ik keuzes die anders, of misschien met een iets anders bewustzijn, dan voorheen.  

Er komen veel sporen bij elkaar. Ik heb een zoon van twaalf. Als ik stop met werken is hij klaar met studeren. Dat is straks. Maar ook in het nu. Hoe lang wil ik nog werken? Wat voor soort werk wil ik doen? Welk inkomen heb ik straks nodig? Wonen we straks dan nog in Nederland?  

Ik heb sowieso een iets ander spoor ingezet. Het ritme dat ik als bestuursvoorzitter van een beursgenoteerd bedrijf had was heel straf. Ook mooi hoor. En ik vind die dynamiek ook echt leuk. Maar het is ook veel. Het ritme dwingt je in een bepaalde modus. Privé en zakelijk waren het dynamische jaren. Die hectiek heb ik nodig. Ik zal ook nooit helemaal stoppen met werken.  

Na USG People ben ik ook meer en deels andere dingen gaan doen. Ik zit onder andere in de Raad van Toezicht van een sociaal ontwikkelbedrijf. En ben ook actief als voorzitter van een onderwijsstichting met twee scholen.  En natuurlijk nu als directeur van het AWVN. We adviseren werkgevers op het gebied van arbeidsverhoudingen. En dus ook op het gebied van pensioen en pensioenregelingen. Dit werk heeft een andere toegevoegde waarde dan het leidinggeven aan een beursgenoteerd bedrijf. Ik vind het – merk ik – steeds belangrijker om ook op een andere manier bij te dragen aan de maatschappij.  

Ik vind het mooi om samen met anderen – onze leden en de vakbonden – te helpen om te komen tussen een eerlijke ruilverhouding. Werk moet beloond worden en het pensioen is daar een belangrijk onderdeel van. In de kern gaat het erom dat we een werkklimaat hebben dat duurzaam en bestendig is. Het is niet goed dat mensen de eindstreep halen met de tong op de schoenen. Er is ook een leven daarna. Dat besef is voor mij gegroeid. In deze baan zeker ook. Voor mijzelf vertaalt zich dat ook in bewuster leven. Hardlopen en squash. Hardlopen is handig. Je hebt alleen je schoenen nodig en een stukje vrije tijd. Dat liet zich makkelijk inpassen. Squash doe ik al jaren, samen met een vriend. Hij is net als ik best competitief. Tijdens die partijtjes halen we het ‘slechtste’ in elkaar naar boven.  

Ik weet heel goed dat ik in een luxe positie zit als het gaat om keuzes. Ook keuzes voor later. Ik kan nu nadenken over wat ik wil en daar vorm aan gaan geven. Ik wil straks – als ik 75 ben – ook relevant zijn. Die drang mag wel wat minder prominent dan nu het geval is. Maar ik hoop niet dat die helemaal verdwijnt. Het kan ook in een heel andere vorm komen. Als ik met mijn vrouw praat over die periode, dan ligt de vraag nadrukkelijk op tafel of we dan nog in Nederland wonen. Misschien wel zuidelijker. En kleiner, vermoed ik. Mijn zoon is dan 32, die heeft dan zijn plek gevonden.  

Er zijn altijd keuzes te maken. Bij pensioen is het bijna een paradox. Hoe eerder je ze maakt, hoe meer van die keuzes je kunt realiseren. Voor het onderwijs vinden we het volkomen vanzelfsprekend om daarin tijdig  te investeren. Maar voor pensioen ligt dat anders. Dat is wel de uitdaging die we met elkaar hebben. Hoe maken we die basisvoorziening relevant en top of mind. Juist op die momenten dat keuzes nog echt effect kunnen hebben? 

 

Deel deze pagina