Verhaal van Mariël Schouwink

Een oproep voor meer verbinding

Mijn vader is helaas overleden toen ik 21 jaar was. Ik was dus vrij jong. Mijn ouders waren toen al zes of zeven jaar gescheiden. Ineens bleek dat mijn moeder nog pensioen kreeg op basis van het nabestaandenpensioen. Ik weet nog dat we daar verrast over waren. Het was zo goed geregeld dat ze bij wijze van spreken alleen maar haar rekeningnummer hoefde door te geven. Mijn moeder was er toen erg blij mee. Mijn vader heeft er niet meer van kunnen genieten, maar voor mijn moeder was het toch een welkom extraatje elke maand. Het was heel fijn dat dat goed geregeld was.

Toen mijn moeder scheidde van mijn vader was ze ‘huisvrouw’. Daarna volgde ze een opleiding en zorgde ze voor zichzelf en voor ons. Dat heb ik dus wel een beetje meegekregen. Ik ben ook wel feministisch. Ik wil mijn eigen broek kunnen ophouden. Samen met een vriendinnetje keek ik vroeger uit school altijd naar Oprah Winfrey. Wat mij bij bleef is dat Oprah wel eens zei: ‘You have to have a suitcase ready under your bed to go whenever you want.’ Mijn partner vindt dit best erg. Maar het is niet wantrouwend bedoeld richting hem. Ik wil alleen altijd kunnen zeggen dat ik iets zelf betaal. Toen ik fulltime bij Het Rijk ging werken in 2006 kreeg ik van collega’s te horen: ‘Het is toch wel een goed pensioen.’ Dat maakte me nieuwsgierig. En het klopt. Nu heb ik bijna zestien jaar pensioen opgebouwd. Desnoods verkoop ik de boel en woon ik in een hutje op de hei, maar het geeft een fijn gevoel dat ik straks in elk geval een inkomen heb.

Wat ik wel lastig vind is dat de hoogte van de inleg voor pensioen verplicht is. Ik kan het niet bijstellen als ik bijvoorbeeld de voorkeur zou geven om nu minder in te leggen en het geld nodig heb voor iets wat nu belangrijk is zoals een verhuizing bijvoorbeeld, of het maken van een reis met het gezin, of wat minder werken en tijd met de kinderen door kunnen brengen nu ze nog jong zijn. Mensen gaan pas mooie dingen doen op hun zevenenzestigste. Dat vind ik raar aan het hele stelsel. Er wordt te veel opgehangen aan het pensioen. Zo van: ‘Nu kan je gaan reizen. Nu heb je tijd voor jezelf.’ Dan denk ik: ‘Dat moet je ervoor al regelen voor jezelf en niet pas vanaf het moment dat je met pensioen gaat.’ Ik kijk met belangstelling naar de jongere generaties die op de arbeidsmarkt komen en zeggen dat ze niet fulltime willen werken. Ik vind dat wel leuk om te horen. Als ik wacht tot mijn zevenenzestigste zou ik nu nog vijfentwintig jaar inleggen en dus ook die vijfentwintig jaar niets krijgen van mijn ingelegde geld. Ik vind dat te groots. Voor mezelf ben ik er wel uit dat ik eerder wil stoppen. Dat wil niet zeggen dat ik helemaal niets meer aan werk ga doen. Maar ik denk erover om zzp’er te worden.

Het hele principe pensioen sterkt me dus in mijn zelfstandigheid. Ik ben blij dat we het geregeld hebben in Nederland. Maar soms lijkt een pensioen nog heel erg jaren vijftig-achtig. En ik voel me niet echt met mijn pensioenfonds verbonden. Van mij mag ABP richting de pensioenbetalers meer laten zien: ‘Zo van joh, dit zijn wij en zo beheren we jouw geld.’ Laatst hoorde ik iemand zeggen: “Kracht door zacht”. Ik zou wensen dat ze iets meer de verbinding leggen met de deelnemers. Het enige bericht dat ik ontvang is één keer per jaar een pensioenoverzicht en dat is het. Ik zou graag zien dat ze makkelijker naar me toe komen en me laten weten: ‘Als je eerder wilt stoppen met werken, dan kan je hier terecht.

Deel deze pagina