Verhaal van Kees Verhagen

Was pensioen maar saai en voorspelbaar gebleven

Kees Verhagen werkt als zelfstandige, en is gespecialiseerd in woordvoering, strategisch advies en project leiding.

Mijn relatie met het begrip pensioen gaat al terug tot 1994. Ik heb als adviseur woordvoering gewerkt bij wat toen De Verzekeringskamer heette: een eerbiedwaardig instituut in Apeldoorn dat toezicht hield op pensioenfondsen en verzekeraars. Daarna heb ik bij pensioenfonds PGGM gezeten. Nadat ik in 2004 zelfstandige werd, ben ik ook steeds weer teruggekeerd bij pensioen. De pensioenfederatie, Nederlandsche bank, Autoriteit Financiële Markten… Pensioen komt op een manier altijd wel op mijn pad.

Toen ik in deze wereld begon, was pensioen saai en voorspelbaar. Niemand wilde daar in werken. De beleving was: pensioenfondsen beheren een pot met geld en het ligt vast waar je aan het eind van de rit recht op hebt. Pensioen was niet sexy. Was het dat maar gebleven. Dat saaie en voorspelbare. Dan was een hele hoop ellende en gedoe bespaard gebleven. Halverwege de jaren 90 begon de discussie over de betaalbaarheid van pensioen. Die kwam in de ogen van mensen onder druk te staan. Dat was ook de tijd dat de discussies over vergrijzing opkwamen. Je zag dat men ging nadenken: zijn we dan nog wel met voldoende mensen om dat allemaal op te kunnen brengen? Kunnen we het allemaal blijven financieren? Welke pot geld moeten pensioenfondsen altijd in kas hebben om aan hun plichten te kunnen voldoen? Zo ging die discussie steeds verder. Toen rees de vraag: wat kunnen we collectief nog doen en moet je het niet veel meer individualiseren? Dat is denk ik doorgeslagen. En dan gooi je als pensioenwereld het kind met het badwater weg.

Pensioen is ooit uit iemands brein ontsproten vanuit het idee: we gaan samen de lasten delen en dat heeft een wederzijds voordeel. Als je kijkt naar persoonlijke waarden, dan is pensioen iets wat heel erg bij mij past. Ik geloof er in dat je met elkaar bepaalde lasten moet delen. Zeker als dat wederzijds voordeel oplevert, waarom zou je dat dan niet doen? Ik vind het heel goed dat we in Nederland dat stelsel hebben, en zou het waarderen als er wordt teruggegaan naar dat basisprincipe en de bewezen kracht daarvan. Daar waar het gaat om solidariteit is het stelsel niet gebaat bij een discussie die draait op polarisatie. Dat staat haaks op elkaar.

Ik ben daarom uiterst kritisch op de discussie die nu gaande is. Dat je goed met elkaar kijkt of het nog wel up to date is, dat vind ik prima. Maar ik maak me grote zorgen, omdat ik vind dat de politiek zich er veel te veel mee bemoeit. Kamerleden met name kijken vanuit een individuele blik terwijl ze praten over een collectief product. Dat is een enorme spanning en ze slagen er niet in om die spanning weg te nemen. Dat heeft funeste gevolgen voor vertrouwen in een systeem dat jarenlang zeer succesvol was en waar in mijn optiek veel te veel aan gesleuteld wordt. En doordat je daar te veel aan gaat sleutelen, denken mensen: dan zal het wel niet kloppen. Die hele framing is compleet verkeerd. De framing moet zijn: we hebben een heel goed stelsel en we kijken hoe we dat de komende tijd optimaliseren.

Ik denk dat de manier waarop ABP zich voorbereidt op het nieuwe stelsel, dat doet. Op het moment dat je overstapt naar dat nieuwe stelsel moet je als pensioenfonds zorgen dat jouw gegevens op orde zijn voor alle deelnemers. Daar moet je in je communicatie heel zorgvuldig naar kijken. Vorig jaar heb ik hier met intensief over meegedacht vanuit het idee: we zijn kritisch op onszelf, kijken of het allemaal klopt en gaan zorgen dat we er klaar voor zijn. Het is best spannend hierover richting de deelnemers te communiceren.

Wat mij hierin het meest is bijgebleven, is dat iedereen heel betrokken is bij het product pensioen, omdat ze geloven in de achterliggende gedachte. Gezamenlijke solidariteit. Het is heel fijn als je ergens werkt waar mensen achter de missie van de organisatie staan. Het gevoel van rechtvaardigheid kenmerkt de sector. Het is niet op winst gedreven, het gaat uiteindelijk om jou en mij als deelnemer en dat vind ik mooi. Laten we dat gewoon koesteren, dat gevoel voor rechtvaardigheid. En zorgen dat je het samen zo organiseert dat jij en ik krijgen waar we recht op hebben. Dat is de kern waar het over moet gaan.

Deel deze pagina