Verhaal van Jaap Koelewijn

Bij het bidden bedankte mijn oma ook voor het mooie pensioen

Het bijzondere is dat in mijn familie maar liefst 4 generaties deelnemer zijn of waren van ABP. Mijn beide opa’s traden toe tot pensioenfonds voor overheid en onderwijs. Mijn vader zat bij ABP. Ik heb een stukje pensioen opgebouwd bij ABP. En mijn oudste zoon Willem is vorig jaar bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaan werken en bouwt nu ook pensioen op bij ABP.  

Mijn opa’s werden in 1923, respectievelijk 1929, deelnemer. Mijn opa Jacob Koelewijn – degene naar wie ik ben vernoemd – ging bij de politie werken en bouwde daardoor pensioen op bij ABP. En hij kreeg ook, en dat was heel bijzonder in die tijd, via de politie een ziektekostenverzekering. Beide opa’s trokken vanuit de provincie naar de hoofdstad om daar een beter bestaan op te bouwen. Ze werden van boeren en vissers zonder enige regeling opeens mensen die een huis van de gemeente kregen en een pensioen en een ziektekostenverzekering van de overheid. Daardoor werd ongelooflijk veel onzekerheid uit hun bestaan weggenomen.  

Het was geen rijk bestaan. Als eenvoudige gemeenteambtenaar en als politieagent ontvingen ze geen geweldige salarissen. Maar ze hebben zich erdoorheen geslagen en mijn oma is 83 geworden. Ze is altijd heel dankbaar geweest voor het pensioen dat ze ontving en de verzekering die ze had. Als er weer eens gebeden werd, dan bedankte ze ook voor het mooie pensioen. 

Mijn vader ging in 1948 bij de gemeente Amsterdam werken en ging na ruim 40 dienstjaren met de VUT. In 1989 kon je nog met prepensioen. Hij heeft een enorme carrière gemaakt bij de overheid. Hij heeft flinke stappen gemaakt in zijn salaris en kon ook nog eens rekenen op een eindloonregeling. Zodoende was zijn pensioen gebaseerd op zijn laatstverdiende loon. ABP had destijds een welvaartsvaste regeling en het pensioen werd indertijd ook volledig geïndexeerd. Toen dat niet meer gebeurde is hij daar buitengewoon boos over geworden. Mijn vader heeft niet willen weten dat hij een enorm lot uit de loterij heeft gekregen met zijn pensioen. Daar hebben we pittige discussies over gevoerd. Dat hij 88 is geworden is mede te danken aan de medische vooruitgang. Hij had diabetes. Hij heeft ook veel langer geleefd dan volgens de statistieken toen verwacht werd. 

Ik ben in 1983 in het onderwijs gaan werken en dat heb ik tot 1992 gedaan. Mijn pensioenopbouw bij ABP heb ik toen meegenomen naar MeesPierson, de vermogensbeheerder waar ik ging werken. Later heb ik nog een paar jaar aan de Vrije Universiteit gewerkt en het pensioen dat ik toen bij ABP heb opgebouwd, dat ontvang ik nu. Ik ben 66 en ga vanaf januari AOW ontvangen.  

Ik zie mijn pensioenopbouw voor een belangrijk stuk als mijn eigen verantwoordelijkheid. Er wordt voor mij gezorgd maar ik moet ook zelf dingen doen. Ik heb geld gereserveerd. Ik ben goedkoper gaan wonen door mijn grote huis te verkopen en de overwaarde in mijn nieuwe huis te stoppen. Zodoende heb ik een lage hypotheek. Geen onverstandige beslissing. 

Ik denk overigens dat pensioen voor mijn 3 kinderen volledig hun eigen verantwoordelijkheid wordt. Met de lage rente die we nu hebben, wordt de pensioenopbouw heel moeilijk. Dus eigenlijk moet je tegen jongeren zeggen: investeer aan het begin van je carrière in aandelen. Durf een beetje risico te nemen. Ik vind het belangrijk om het daar met mijn kinderen over te hebben, zodat ze zich ervan bewust zijn dat ze ook zelf geld achter de hand moeten hebben voor later.  

Als jongeren gaan werken is het belangrijk dat ze weten wat voor pensioen ze opbouwen. En dat ze dit tijdens onderhandelingen voor een nieuwe baan ook meenemen in het gesprek met de baas. Dat ze niet alleen vragen naar een leaseauto en wat de thuiswerkkostenregeling inhoudt. Maar ook vragen stellen over hun pensioen. Als ze goed op de hoogte zijn dan weten ze ook of er nog aanvullende maatregelen nodig zijn.  

 

Deel deze pagina