Verhaal van Dick Jaarsma

Dan komt de ver-van-mijn-bed-show opeens dichtbij 

Bij pensioen denk je natuurlijk eerst aan je oude dag; kan ik straks in financiële zin nog wel een beetje lekker verder leven? Maar wat veel indruk op me heeft gemaakt en wat ik me nu nog zó kan herinneren, is een gebeurtenis in het begin van de 80-er jaren van de vorige eeuw. Zo lang is dat alweer geleden. Ik werkte op de afdeling Personeelszaken en er kwam een bericht binnen dat een collega van een afdeling die in mijn portefeuille zat, zich van het leven had beroofd. Ik kende hem niet persoonlijk, maar we groetten elkaar wel als we elkaar tegenkwamen. Zijn plotselinge dood was natuurlijk een hele verdrietige en nare situatie. Allereerst voor zijn gezin, maar ook voor zijn collega’s. Iedereen was verbijsterd.  

Waarom dit bij mij terecht kwam is me nooit helemaal duidelijk geworden, want normaal kwamen dit soort zaken terecht bij een collega van Bedrijfsmaatschappelijk Werk. Maar nu moest ík met de nabestaanden contact opnemen om hen te helpen de hele ‘pensioentoestand’ te regelen. 

De overleden collega was rond de 45 jaar en liet een vrouw en kinderen achter. Om ervoor te zorgen dat het nabestaandenpensioen snel tot uitkering kon komen, moesten er meteen allerlei formulieren worden ingevuld en aan mij de taak dit op korte termijn met de weduwe te regelen. In mijn herinnering zelfs nog voordat de begrafenis achter de rug was. Ik kwam binnen in een heel trieste huiskamer, want ook voor de nabestaanden was het allemaal heel onverwacht. Ik was toen best nog jong en kwam in een situatie waarbij je invoelend moest zijn en een luisterend oor wilde bieden, maar ook om zakelijk wat noodzakelijke dingen te regelen. Ik was er immers namens de werkgever en het pensioenfonds om te kijken waar ik de helpende hand kon bieden. 

Namens het pensioenfonds ABP moest een aantal regelingen doorgenomen worden, maar ik had ook contant geld bij me. Salaris, vakantiegeld en nog wat zaken waar hij vanuit de werkgever recht op had, maar ook een overlijdensuitkering die nabestaanden toekomt op grond van de pensioenregeling. Als ik het me goed herinner een kleine 20.000 gulden. Ik moet daar nog ergens het ontvangstbewijs van hebben. Ik merkte dat, bij alle verdriet en narigheid, dit geld een hele grote opluchting voor deze mensen was. Ze hadden het niet heel breed en bij zo’n plotseling overlijden komen er, behalve het leed, ook veel zorgen: hoe moet het nu financieel verder? Niet alleen op de korte termijn qua begrafenis en zo, maar ook op de langere termijn, want het inkomen van deze man viel wel ineens weg. En als je dan geen goede pensioenvoorziening hebt, kan je leven compleet op z’n kop komen te staan. Dat dit contante bedrag ineens boven op het reguliere nabestaandenpensioen kwam, was duidelijk een pak van hun hart. En eigenlijk was dit de eerste keer dat ik aan den lijve ondervond hoe belangrijk het is dat je je pensioen goed geregeld hebt. 

Ik was toen zelf een jonge dertiger en als je, zoals ik, zelf bij een pensioenfonds werkt, weet je wel iets van pensioen en het belang ervan. Maar zoals het bij veel jonge mensen zal zijn, was het ook bij mij de ver-van-mijn-bed-show. En op dat moment, vanuit een ander perspectief door mijn rol bij ABP, had ik wel een heel duidelijk besef dat dat mij ook kon overkomen. En dat het wel belangrijk dat je je nabestaanden dan goed achterlaat. De wetenschap dat het allemaal goed geregeld was, is voor mij en mijn vrouw altijd een heel rustgevende gedachte geweest.
En, zeg nu zelf, waarom zou je jezelf dat gevoel willen ontzeggen! 

Deel deze pagina