Verhaal van Bert Zweers

Het is een privilege om een goed pensioen te ontvangen

Na mijn afstuderen in 1968 ben ik als docent gaan werken. Eerst in Suriname. Dat was leuk en leerzaam. Het is prachtig om tot een minderheid te behoren in een land waar vrij grote tolerantie is tussen verschillende minderheden. Het maakt echt een enorm verschil als er sprake is van een pluriforme samenleving. En het is mooi om daar onderdeel van te kunnen zijn. Er wordt te vaak gedacht dat je moet integreren. Nee, je moet elkaar respecteren en ruimte geven. Mensen zijn verschillend. En dat is juist mooi. 

Dat ik indertijd naar Suriname ging, voelde wel een beetje dubbel. Ik wilde niet in militaire dienst. Door les te gaan geven in het buitenland was ik officieel geëmigreerd. Zoiets als alternatieve dienstplicht bestond nog niet. In die tijd moest je nog naar Nieuwersluis als dienstweigeraar. Mijn motto was: voor Luns wil ik niet sneuvelen. Maar ik wilde ook niet de gevangenis in. En zo kwam ik in Suriname terecht. 

We hebben 4 jaar in Suriname gewoond. Daarna ging ik aan de slag als natuurkundedocent in Epe. Ook dat heb ik 4 jaar gedaan. Vervolgens werd ik conrector in Noord-Holland en weer 4 jaar later werd ik rector in Voorburg. Dat heb ik een jaar of 8 gedaan. En toen zijn we naar Oost-Groningen vertrokken. Daar werd ik rector van een hele grote scholengemeenschap die bestond uit zo’n 3000 leerlingen. 

Ik ging op mijn 61e met pensioen. Ik ben nu bijna 80 en heb dus al 19 jaar van mijn pensioen kunnen genieten. Het was qua gezondheid niet nodig om al op mijn 61e te stoppen. Maar het was wel heel plezierig. Als ik langer had moeten doorwerken, dan was ik voorzichtiger met mijn tijd omgesprongen. Dan had ik het de laatste jaren rustiger aangedaan op mijn werk. 

Als je met pensioen bent, krijg je iedere maand je salaris. Het is een privilege om een goed pensioen te ontvangen en daarnaast te kunnen kiezen wat voor werk je nog wilt doen. Ik heb 10 jaar lang Europese onderzoeksprojecten gedaan. De onkosten kreeg ik vergoed. Ik heb onder andere onderzoek gedaan naar het beroepsonderwijs in Europa. Ik had contact met Europarlementariërs. Ik stond tijdens het onderzoek in contact met schoolleiders in 18 landen die meededen aan het project. Ik geniet nog als ik denk aan de internationale samenwerking. Het waren allemaal bevlogen onderwijsmensen. 

Ik ben helemaal pro-Europa. Nederland is te klein om als basis te dienen voor onze kleinkinderen. Ze hebben gewoon een grotere basis nodig. Ik denk dat ik dat besef redelijk heb kunnen overbrengen op onze 3 kleinkinderen. Ik heb meerdere reizen met de kleinkinderen gemaakt. In Nederland, maar ook daarbuiten. De oudste heeft vooral onthouden dat ze bij een bezoek aan het Europees Parlement op het plein ervoor heeft staan voetballen.  

De reizen met de kleinkinderen werden al snel omgedoopt tot ‘Europabertreizen’. Wat de mooiste reis was met mijn kleinkinderen is moeilijk kiezen. Daarom zeg ik de laatste 3 reizen. Alle 3 prachtige en indrukwekkende reizen, maar totaal verschillend. Ik was met mijn oudste kleindochter en haar vader Arjan in Andalusië. Dat was een half jaar na het overlijden van haar moeder. Daarna reisde ik met de kleinkinderen naar Kroatië en Bosnië Herzegovina, het land waar onze schoondochter werd geboren.  We hebben daar ook de grote begraafplaats bezocht van de vermoorde moslim jongens en mannen. Voor mij zeer indrukwekkend. Ik vroeg de oudste kleindochter of ze ook zo onder de indruk was. Ze zei toen: ‘opa dat is voor ons geschiedenis, ik was nog niet eens geboren’. Dat brengt je weer met beide benen op de grond. En de reis Griekenland met mijn 3 kleinkinderen en mijn oudste zoon was ook bijzonder. Ik ben en blijf een natuurkundige, maar vond het prachtig om me met de kleinkinderen te verdiepen in de filosofie en cultuur van het oude Griekenland. We zijn onder andere naar de ruïnes van Delphi geweest. Wat opviel was hoe groot de tempel van de Apollo is in vergelijking met de tempels van de andere godheden. En mijn kleinzoon vertelde meer over Griekenland dan ik überhaupt zelf kon vertellen.  

Als ik wel eens een dag somber ben – dat gebeurt niet vaak gelukkig – dan pak ik één van de fotoboekjes van die reizen en dan is het over. 

Ik ben een grote mazzelaar. Ik had een fantastische jeugd, een fijn beroep en daar heb ik ook stappen in gemaakt. Ik heb een fantastisch huwelijk, al 53 jaar in volle tevredenheid. We zijn een hechte familie. En ik ontvang een goed pensioen. We kunnen doen wat we willen. En dan bedoel ik niet 5 keer per jaar op vakantie. Maar gewoon de dingen doen die belangrijk voor ons zijn. 

Maar ik ben ook kritisch over pensioen. Niet over mijn eigen pensioen, maar wel over het feit dat ik bij mijn pensioenopbouw aanspraak kon maken op de eindloonregeling. Ik ben blij dat die regeling verdwenen is. De eindloonregeling wil zeggen dat dat als je carrière maakt – en dat heb ik gedaan in het onderwijs – dat je te weinig premie hebt betaald voor het pensioen dat je krijgt. De middelloonregeling is veel realistischer. 

Ook werd lange tijd gedacht dat onze pensioenen als vanzelfsprekend zouden meegroeien met de welvaart. Dat dit een soort automatisme was. Dat hebben de pensioenfondsen niet waar kunnen maken. Maar dit is ook een hele gekke veronderstelling. Want we hebben ook geen pensioenpremie betaald over de groei van de welvaart. Ik kom uit de exacte hoek. En daarom denk ik: dit klopt niet.  Dat hebben pensioenfondsen en dus ook ABP onvoldoende tegengesproken. Dat doen ze nu beter. Als het over het nieuwe pensioenstelsel gaat dan vertellen ze dat de pensioenen mee kunnen groeien als het goed gaat met de economie. Maar dat de pensioenen ook terug kunnen vallen. Dat is een eerlijk antwoord.

Deel deze pagina