Verhaal van Dina Aabbouz 

Ze zitten een jaar in mijn klas en een leven lang in mijn hart 

Op het moment dat we een band hadden, dacht ik: dit wil ik. Lesgeven aan jongens en meisjes die worden buitengesloten. Ik liep tijdens mijn lerarenopleiding stage op een reguliere school in Amsterdam en de begeleider zei dat ik me vooral moest richten op de rest van de klas en niet die ene jongen die snel boos werd en zelfs agressief gedrag vertoonde. Laat die maar aan mij over, zei hij. Maar mijn doel was juist om in contact te komen met die jongen. Ik wilde niemand buitensluiten. Het was niet makkelijk, maar ik bleef hem aandacht geven. Ik bleef zoeken waar zijn interesses lagen. Verbinding maken. En dat is echt goed gelukt. Mijn stageperiode was 10 jaar geleden en ik spreek deze jongen nog steeds. Hij is pas vader geworden en hij nam me helemaal mee in het proces.  

Het gaat erom dat iemand zich veilig voelt. Dan kan je zoveel bereiken als docent of als instructeur. Mijn 1e baan was in een zwembad. Het leuke aan zwemles geven is bange kindjes in het water zien te krijgen. Het is mooi om te zien hoeveel impact het kan hebben als je lesgeeft. Ik had al een hbo-diploma maatschappelijk werk op zak toen ik in het zwembad werkte. Op een gegeven moment kwam de vraag wie van ons team ‘jongens met een enkelbandje’ zwemles wilde geven. Ik wilde dat wel doen en dat is heel goed gegaan. Sommige collega’s maakten grappen over deze jongens. Ze wilden ook geen hand uitsteken, maar ik vind dat dit de groep is die de meeste hulp nodig heeft. 

Vorig jaar werd ik gedetacheerd vanuit ROC TOP, waar ik sinds 2013 werkte, naar Aloysiusstichting De Burcht in justitiële jeugdinrichting Teylingereind in Sassenheim. Die detachering zou 1 jaar duren. Maar ik zit er nog steeds. Ik werk hier met jongens op langverblijf, in de volksmond ook wel jeugd-tbs genoemd. De deuren gaan op slot hier en de ramen kunnen niet open. Het mooie is dat je out-of-the-box moet denken om die jongens les te geven en stage te kunnen laten lopen. Leren lukt het beste in vrijheid. Dat is essentieel, maar de vrijheid is hier beperkt en daarom wil ik deze jongens laten zien wat er wel mogelijk is.  

Toen ze bij De Burcht vroegen of ik wilde blijven, vond ik dat een lastige beslissing. Bij ROC TOP had ik ook een hele mooie doelgroep. Ik twijfelde. Eén van de jongens hier vroeg wat we het volgende schooljaar zouden gaan doen. Toen ik vertelde dat ik maar voor 1 jaar was aangesteld, werd hij boos. U bent de eerste docent die ervoor heeft gezorgd dat ik een boek opendeed. Die ervoor heeft gezorgd dat ik hard heb gewerkt en toetsen en examens heb gedaan. Ik zei: geef me 3 redenen waarom ik hier zou moeten blijven. Dan ga ik daar over nadenken. Hij zei: door jou heb ik weer hoop en vertrouwen in mezelf gekregen. De andere redenen waren ook mooi, maar vooral de opmerking dat hij weer hoop had gekregen bleef hangen. Ik besloot te blijven. 

Vorig schooljaar ging een collega van me met pensioen. Ze heet Daniëlle. Het was mooi om te zien hoeveel moeite ze had om te stoppen. Ze was de ‘crea-juf’. Toen ze wegging zei ze: zorg goed voor de jongens. Een andere collega die ook met pensioen is, komt nog een aantal dagen terug omdat hij iets wil blijven betekenen voor deze jongens. Het doet me ontzettend goed dat we collega’s hebben en hadden die zoveel liefde hebben voor deze doelgroep.  

Voor mij geldt: ze zitten een jaar in mijn klas en een leven lang in mijn hart. 

Mijn wens voor de toekomst is dat er een periode komt dat de jeugdgevangenissen niet meer zo overvol zitten. Ik denk dat ik voor deze doelgroep wil blijven werken, maar wel op een ander niveau. Maar ik heb nog niet nagedacht wat ik dan precies wil doen. Over mijn eigen pensioen denk ik ook nog niet na. Ik doe het werk met plezier. Maar ik weet in ieder geval dat mijn pensioen goed geregeld is. Daar heb ik geen omkijken naar. 

Deel deze pagina